De kruistocht van Vandahl tegen het modern maniërisme kent zijn hoogte-, maar ook dieptepunten.
 |
geen rechte lijn |
Hoogtepunt:
Toen Vandahl de elf(?!) verschillende versies van De Zonnebloemen in handen wist te krijgen en er een groots vreugdevuur mee hield. Ook een wagonlading verdere kunst van de melancholische amateur Van Gogh werd aan de brandstapel toegevoegd, en onder het genot van kaas en wijn hebben we gedanst tot diep in de nacht.
Dieptepunt:
Toen Vandahl besefte dat hij aan het dagdromen was en dat De Zonnebloemen, dat lelijke ding, gewoon nog bleek te bestaan en niet op de brandstapel beland was.
 |
geen rechte lijn |
Het is natuurlijk niet erg eerlijk van Vandahl om Van Gogh maniëristisch te noemen. De goede man is een amateurkunstenaar, geen doorgewinterde maniërist. Wat wel afstotelijk aan Van Gogh is, is de heldenverering die tot op de dag van vandaag voortduurt. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat een amateurkunstenaar die amper een rechte lijn op het doek wist te krijgen, die van prachtige onderwerpen de lelijkste interpretaties wist te creëren, dat juist die mislukkeling tot halfgod der Nederlandse schilderkunst werd? Waarom identificeren mensen zich met die zwerver en klaploper? Waarom gaan ze in drommen naar zijn modderige kunst staan staren, onderwijl kreten van bewondering slakend?
 |
geen rechte lijn |
Vandahl krabt zich in verwondering op het hoofd; verbijstering is zijn deel bij het aanschouwen van zoveel oppervlakkigheid. Van Gogh mag dan geen ware maniërist zijn geweest, zijn volgelingen en volgers zijn gekunstelde liefhebbers, zijn maniëristische aanschouwers. Ze tonen onnatuurlijk gedrag in de bewondering voor de man en schijnen niet door te hebben dat de werkelijke Van Gogh gewoon een zielepoot was, iemand om meelij mee te hebben. De Van Gogh die zij vereren is een gemaakt personage, een creatie van musea, galeries en andere belanghebbenden. Want laten we wel wezen: Van Gogh 'is all about the money'. Met kunst heeft het weinig van doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten