zaterdag 23 juli 2011

Smaak

Over smaak valt niet te twisten. Of wel?

Dit bijdehante Nederlandse gezegde veronderstelt dat ieders smaak even waardevol is. Maar waarom kennen we dan meer woorden om slechte smaak te beschrijven, dan goede smaak? Smakeloos en wansmaak hebben als tegenhanger slechts 'goede smaak'. Het idee dat ieders smaak even waardevol is lijkt mij een beetje teveel op het gelijkheidsbeginsel. Ik zeg het al langer: wij mensen zijn NIET gelijk aan elkaar. En over smaak, tenminste of die goed of slecht is, valt dus wel degelijk te twisten.

Smaak zou een mening zijn (aan verandering onderhevig). Maar dan wel een mening ontstaan binnen je belevingswereld. Dat betekent weliswaar dat ieders smaak uniek is, maar wil nog niet zeggen dat ieders smaak even waardevol is. Sommige smaken zijn van nul en generlei waarde, er moet gewoon iemand opstaan die dit durft te beweren. Zo wordt de Vandahl kotsmisselijk van de burgerlijke wansmaak die Vincent van Gogh tot kunstenaar heeft verheven. De man is een eeuwige amateur. Laten we wel zijn: hij verkocht tijdens zijn leven amper, was een misantropische nietsnut die op de zak van zijn broer teerde en bleek psychisch labiel te zijn. Het beste werk wat hij voortbracht was een kopie van wat anderen, betere kunstenaars dan hijzelf maakten.

 Zo blijkt smaak te definiëren in goede en slechte smaak. Dat laatste is dan alles wat oppervlakkig, fantasieloos, middelmatig en maniëristisch is. Goede smaak zou dan zijn: de rest. Ik voeg daarbij dat goede smaak van diepzinnigheid en doordachtheid moet getuigen, en sluit hierbij de twist. Over smaak hoeft niet meer getwist te worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten